Het Britse pond deed het vorige week het slechtst van alle G10-valuta’s, want de handelaren maakten zich opnieuw zorgen over de brexit. Theresa May kondigde aan dat ze deze zomer vertrekt, en Labour-leider Corbyn brak de brexit-onderhandelingen daarop af.
De valuta’s van de opkomende markten kregen het moeilijk toen, terwijl er ook al een handelsconflict is, de spanningen tussen de VS en Iran opliepen. Alle belangrijke munten van opkomende markten gingen in de uitverkoop, behalve de roebel, die gesteund werd door de hogere olieprijzen. De Braziliaanse real deed het vorige week het slechtst: de koers van de munt kreeg klappen door de slechte binnenlandse economische cijfers.
Deze week komen in de belangrijke valutazones weinig cijfers uit. We verwachten dat het politieke nieuws de koersen zal blijven bepalen: het handelsconflict, de brexit en de uitslag van de Europese parlementsverkiezingen. De belangrijkste macro-economische publicatie vormen de flash PMI-indicatoren voor economische activiteit, die donderdag in de eurozone verschijnen.
Belangrijke valuta in detail
EUR
Het economische nieuws uit de eurozone was opnieuw een opwaartse verrassing. Dit keer werd de kerninflatie bijgesteld naar 1,3%. Dat is nog steeds lager dan de streefwaarde van de ECB, maar het is wel de hoogste stand sinds begin 2017. Het ECB-bestuur zal heel blij zijn met deze opwaartse trend en de voortzetting van belangrijke stimuleringsmaatregelen in de EU is waarschijnlijk verre van vanzelfsprekend. Dit is zonder twijfel een positieve ontwikkeling voor de gemeenschappelijke munt. Toch werd vorige week heel rustig in de euro gehandeld: de koers bleef in het midden van de huidige nauwe bandbreedte.
Deze week komen de PMI-rapporten over de zakelijke activiteit uit, die de rebound van de Europese indicatoren en de opwaartse verrassing zouden moeten bevestigen. Als ze dat doen, gaan we ervan uit dat de koers van de euro omhoog schiet, richting de 1,13.
GBP
Uit het VK kwamen redelijk goede economische cijfers, maar die werden volledig overschaduwd door de knal waarmee de brexit weer bovenaan de agenda kwam te staan. De arbeidsmarkt blijft op stoom: in de eerste drie maanden van het jaar zijn bijna 100.000 banen gecreëerd. De markten reageerden hier niet op, omdat bekend werd dat premier May van plan is om deze zomer te vertrekken. Er is een grote kans dat zij wordt vervangen door een harde Brexiteer, en de brexit-gesprekken tussen May en Corbyn zijn vervolgens mislukt. Dit alles raakte het pond hard: de munt eindigde de week 2% lager ten opzichte van elke andere G10-valuta.
USD
Er waren in de VS vorige week weinig cijfers die invloed op de markt hadden. De dollar reageerde vooral op het nieuws over het handelsconflict tussen de VS en China en op de toegenomen spanningen met Iran. Dit laatste was positief voor de greenback. De koers van de dollar klom de hele week gestaag omhoog ten opzichte van alle belangrijke valuta’s – met uitzondering van de Russische roebel, die sterk afhankelijk is van de olieprijzen.
Ook deze week zijn er weinig belangrijke cijfers. Wel krijgen we woensdag de notulen van de laatste bijeenkomst van de Federal Reserve, die duidelijk zouden moeten maken of er – zoals de markt verwacht – een neerwaartse bijstelling van rentes aankomt. Wij denken van niet.
Meer weten over de valutamarkt en hoe u uw valutarisico kunt beperken?
Neem vrijblijvend contact op met een van onze valutaspecialisten