Ebury® Blog
Blijf op de hoogte van wat er speelt op de valutamarkt en andere updates.
De Amerikaanse dollar werd vorige week ten opzichte van de meeste van zijn tegenhangers binnen vrij smalle bandbreedtes gehandeld. Hij sloot de week ietsje lager af ten opzichte van de meeste Europese valuta, met uitzondering van het Britse pond. Het waren kleine bewegingen, maar het is opvallend dat de dollar nog steeds geen oppepper krijgt terwijl de langetermijnrentes ook vorige week weer stegen.
De crisis in het Midden-Oosten heeft vooralsnog beperkt invloed op de handel in de grote valuta, die nog steeds vooral bepaald wordt door de inflatiecijfers en de mededelingen en besluiten van centrale banken. Het Amerikaanse inflatierapport over september wees erop dat de neerwaartse trend aan het afnemen is.
De meest opvallende beweging op de financiële markten is nog steeds die van de langetermijnrentes: ze blijven maar stijgen, met de rente op Amerikaanse staatsobligaties aan kop. De rentes wisten de Amerikaanse dollar vorige week echter niet mee omhoog te trekken. De dollar verloor terrein ten opzichte van de meeste valuta.
De obligatierentes en koers van de Amerikaanse dollar bleven vorige week stijgen, totdat deze bewegingen vrijdag gedeeltelijk werden tenietgedaan door de inflatiecijfers uit de VS en de eurozone. Die cijfers waren overduidelijk positief. Ze wekten de hoop dat we in de buurt zijn gekomen van de hoogste stand van de rente en de laagste stand van de Europese valuta.
De ECB zorgde vorige week voor het belangrijkste nieuws. Men besloot de rente te verhogen, maar te laten weten dat het voorlopig de laatste keer kan zijn. Er is kennelijk een compromis gevonden tussen de ‘haviken’ en de ‘duiven’. De commodity-prijzen en de obligatierentes blijven stijgen. Beleggers beginnen in te prijzen dat oplopende begrotingstekorten en inflatiedruk een blijvende realiteit zijn.
Wereldwijd gaat het economisch slechter, maar de Amerikaanse economie trekt zich er niets van aan en de dollar plukt daar de vruchten van. De Duitse fabrieksorders van juli waren zwak en de achteruitgang van de Chinese economie zorgde opnieuw voor nervositeit. Dit leidde over de hele wereld tot flinke dalingen van de aandelenkoersen, maar de rendementen op Amerikaanse staatsobligaties bleven juist stijgen.
Macro-economisch gebeurde er vorige week niet veel. Het verschil tussen de Amerikaanse en de Europese economie wordt steeds groter. Terwijl de Amerikaanse economie een stabiele groei laat zien met afzwakkende inflatie, stijgt aan de andere kant van de plas het stagflatierisico. Zowel de inflatiecijfers van de eurozone als het arbeidsmarktrapport bevestigen dit narratief voor augustus.